De hele dag krabben en wrijven. Overal ruwe plekken. Margreet (38) had er genoeg van. Ze zou haar allergie eens grondig aanpakken. Ze ging op dat ene, heel speciale dieet dat haar beloofde dat ze nooit, nooit meer last van die gekmakende eczeem zou hebben.
Margreet (38): “Ik ben altijd allergisch geweest. In de wieg lag ik al te krabben. Ik was zo’n kind dat zes dagen in de week verkouden was en altijd wel ergens ruwe of opengekrabte plekken had. Mijn moeder liep de deur plat bij huisartsen en allergologen en elke keer werd ik opnieuw getest op zaken als huisstofmijt, pollen, grassen, katten, honden, paarden en wat al niet meer. En altijd weer bleek ik voor al die stoffen zeer gevoelig te zijn. Gelukkig waren er goede medicijnen. Als ik weer een aanval kreeg, konden inhalers en hormoonzalven de ergste reacties onderdrukken. Maar zeker in de puberteit droomde ik van een poezelig velletje dat door de jongens maar al te graag werd gestreeld De realiteit was echter dat ik me ongelukkig en onzeker voelde over mijn huid. Soms had ik zo’n jeuk dat ik mijn hele gezicht openkrabte, om daarna aan mijn armen, benen of buik te beginnen. Een ellendige tijd.
Naarmate ik volwassen werd, namen de allerheftigste klachten af. Zeker in de zomer waren er maanden dat ik nauwelijks last had. Maar er bleven ook periodes dat ik met benen en armen in het verband naar het werk ging omdat mijn huid er werkelijk verschrikkelijk uitzag. In het voor- en najaar, en in de periodes van stress, had ik het meest last. Gelukkig waren er dan altijd weer de tubes hormoonzalf waarmee ik mijn huid meestal op een redelijk aanvaardbaar niveau kon houden.
Toen ik ging samenwonen richtte ik ons huis zo veel mogelijk allergenen-vrij in; houten vloeren, zeil, geen wollen kleden en natuurlijk: geen huisdieren,
Op mijn dertigste kreeg ik mijn eerste kind. De eerste drie maanden van de zwangerschap waren een hel. Onder invloed van de hormoonveranderingen in mijn lichaam kreeg ik jeukaanval na jeukaanval. En omdat ik bang was de baby te beschadigen, weigerde ik hormoonzalf te smeren. Gelukkig herstelde het hormoonevenwicht in mijn lichaam zich na zestien weken en beviel ik na negen maanden van onze eerste dochter, Ella. Een beeldschone achtponder met een huid zo gaaf als een perzik. Ik was trots als een pauw, want heimelijk was ik al die tijd bang geweest dat ik een kind met huidproblemen zou krijgen.
Drie jaar later beviel ik van ons tweede kind. Een meisje dat we Anna noemden. Helaas was het lot ons ditmaal minder goed gezind. Na ongeveer een jaar begon ze te tobben met haar huidje. Ook zij had geregeld jeuk, krabte zich bij tijd en wijle helemaal open en op zulke momenten brak mijn hart. Tegen de tijd dat zij drie jaar was had ik alle reguliere en alternatieve artsen met haar afgelopen. Ik liet haar verschillende diëten volgen, zonder dat er duidelijke verbetering optrad.
Langzaam verzoende ik me met het idee dat Anna, net als ik, haar hele leven geplaagd zou worden door jeuk.
Tot vorig jaar juni. In Top Santé stond een dossier over Verborgen allergieën. Lydia Boeken, de arts van de Amsterdam Kliniek die in het verhaal aan het woord kwam, vertelde dat verborgen voedselallergieën vaak verantwoordelijk zijn voor de huidklachten. Die verborgen allergieën zijn niet op te sporen met de gewone allergietest, die allergologen in het ziekenhuis uitvoeren. Ze zijn wel te vinden met behulp van de zogenaamde cytotoxische voedseltest die Boeken bij haar patiënten doet. Die test gaat als volgt: er wordt een buisje bloed afgenomen en in het laboratorium wordt het bloed in contact gebracht met allerlei voedselproducten. Onder de microscoop is te zien wat het effect is van die voedingsstoffen op de witte bloedcellen. Daaruit blijkt of de patiënt allergisch is voor een bepaald voedsel. Door steeds weer een ander voedselproduct bij het bloed te brengen wordt feilloos in kaart gebracht welke producten iemand wél en niet kan verdragen. Op basis van de uitslag van de test wordt een speciaal dieet vastgesteld. Producten waarop het lichaam extreem reageert mogen eens in de vier dagen worden gegeten. Na drie maanden dieet is een patiënt meestal flink opgeknapt. Omdat het lichaam rust heeft gehad, heeft het zich kunnen herstellen en zijn veel klachten verdwenen. Daarna kunnen eventuele overgebleven allergische reacties met injectie worden geneutraliseerd.
Persoonlijk had ik nooit gemerkt dat ik heftig op bepaalde voedselproducten reageerde, maar ik werd wel erg enthousiast na het lezen van het dossier. Stel je voor dat mijn dochter en ik allergisch waren voor iets waar we helemaal geen weet van hadden? Tomaten bijvoorbeeld. Of appels. Dan zouden we wellicht enorm kunnen opknappen als we die producten tijdelijk uit ons menu zouden schrappen. Ik besloot een afspraak te maken met dokter Lydia Boeken.
Het is juni, 1998. Op de afgesproken tijd komt dokter Lydia met uitgestoken hand naar me toe. Ik schat haar rond een jaar of veertig en ze ziet eruit alsof ze de hele dag wortels eet en kruidenthee drinkt. Blakend. Na een uitgebreid intakegesprek en een lichamelijk onderzoek wordt er bij mij en Anna een buisje bloed afgenomen. Over drie weken verwacht ze ons terug voor de uitslag. Voor ik wegga moet ik even langs de secretaresse om de rekening te betalen. Vijf minuten later ben ik twaalfhonderd piek armer: 2 x f 175,- voor het intakegesprek, 2 x f 424,- voor de bloedtesten. Als ik later op de dag bij mijn verzekeringsmaatschappij informeer, blijkt er amper iets van het bedrag vergoed te worden. De Amsterdam Kliniek van Lydia valt namelijk onder alternatieve geneeswijze.
Juli 1998. Vol goede moed stap ik de spreekkamer van Lydia binnen. “We hebben het een en ander gevonden, hoor” zegt ze monter. En dan presenteert ze me de uitslagen van de bloedtesten. Binnen tien minuten slaat mijn enthousiasme om in pure ontreddering. De resultaten zijn ronduit schokkend. Het gaat namelijk niet over iets eenvoudigs als tomaten en appels. Ikzelf blijk een sterke voedselallergie te hebben voor, houd je vast: ei, koemelk, geitenmelk, varkensvlees, tonijn, witte bonen, citroen, sinaasappel, aardbeien en pinda’s. En een middelmatige allergie voor: maïs, haver, kaas, yoghurt, haring, sardines, garnalen, kool, sperziebonen, erwten, tomaten, bananen, perzik, kokosnoot, hazelnoot, chocolade, thee, knoflook, bakkersgist, biergist en ve-tsin, Anna’s uitslag is nog dramatischer. Aan haar lijst komt helemaal geen einde. “Ik zie dat je flink schrikt,” zegt dokter Lydia. “Ik stel voor dat je de uitslagen mee naar huis neemt en ze eerst rustig laat bezinken. Bel me dan na de vakantie op wat je doet. Een ding staat vast: als jij of je dochter besluit het dieet te volgen, moet je er ook helemaal achter staan. Het is heel zwaar en het heeft geen effect als je gaat smokkelen.” Aangeslagen vervoeg ik me weer bij de secretaresse. Ik heb drie kwartier met Lydia gesproken à raison van f 55,- per vijftien minuten.
Augustus 1998. De allergrootste schok is verwerkt. Ergens in de afgelopen weken heb ik besloten dat ik in september, oktober en november ga proberen mijn dieet te volgen. Pas daarna besluit ik of ik ook Anna eraan zal onderwerpen. Haar lijst van verboden stoffen is namelijk zo groot, dat ik eerst zeker wil weten of deze aanpak ook werkelijk helpt. Wanneer dat zo is, zal ik daarna beter gemotiveerd zijn om het haar ook drie maanden op te leggen. Voorlopig zie ik dat niet zitten. Ze is vier, zit net op school, moet nog helemaal haar plekje vinden in de klas, en ik krijg het Spaans benauwd bij het idee dat ik haar op zo’n afschuwelijk dieet moet zetten waar ze a) niets van begrijpt en waardoor ze b) zo’n buitenbeentje wordt dat niets mag hebben op feestjes en partijtjes.
Het is wel grappig om te merken dat bij mij de ontreddering langzaam plaats gaat maken voor nieuwsgierigheid. Zou het me lukken drie maanden lang zo’n dieet te volgen? Ik die zo van lekker eten houdt en zichzelf zo slecht dingen kan ontzeggen? Ik begin het bijna als een uitdaging te zien. Maar voorlopig gaan we eerst twee weken naar een huisje in Frankrijk. Heerlijk ontspannen en uiteraard lekker eten. Franse kazen, croissantjes met roomboter en jam, stokbroden met paté… allemaal dingen die ik straks niet meer mag. De dagen voor we vertrekken zwerf ik urenlang door de reformwinkel en noteer ik welke alternatieven er allemaal zijn voor de producten die ik niet mag. Ik koop ook een basiskookboek voor mensen met voedselallergie. Daar ga ik me in de vakantie eens goed in verdiepen.
September 1998. Dinsdag 1 september ben ik begonnen met mijn dieet. Uit het kookboek heb ik geweldige alternatieven, tips en ideeën opgedaan en ik heb er alle vertrouwen in dat het gaat lukken. De enige dingen die ik verschrikkelijk zal missen zijn de toastjes Franse kaas bij de borrel en mijn dagelijkse bruine boterhammetjes met roomboter en oude kaas. Vanaf vandaag draag ik in een tasje het volgende basispakket mee: 1 pakje roggebrood, 1 pakje soya culinair, 1 rol rijstwafels en een paar appels voor de lekkere trek. Op aanraden van Lydia noteer ik in mijn agenda elke dag wat ik eet. Er zijn namelijk producten die ik eens in de vier dagen mag en het is ondoenlijk om te onthouden wat ik wanneer heb gegeten. En zo eet ik op mijn eerste dieetdag bij de lunch roggebrood met banaan en ‘s avonds kipfilet, gestoomde broccoli, aardappelen en een bakje yoghurt.
Op dag drie ontbijt ik met havermout bereid met soyamelk, zit er rosbief op mijn roggebrood en eet ik ‘s avonds rundertartaarjes met een rauwkostsalade en rijst. Na twee weken ben ik al drie kilo afgevallen. Mijn aanvankelijk zo positieve houding is niet meer zo heel positief. Ik sterk namelijk de hele dag van de honger. En ook ‘s nachts word ik wakker van mijn knorrende maag.De lijst van producten die ik onbeperkt mag eten lijkt wel behoorlijk lang, maar valt in de praktijk tegen. Ik mag veel soorten groente en fruit, maar op den duur wordt je erg melig van al die appels. Nu pas realiseer ik me wat een vreetzak ik eigenlijk ben en hoeveel dingen ik ongemerkt in mijn mond wil proppen. Na ruim twee weken zit ik tijdens de verjaardag van een collega huilend achter mijn bureau. Ik heb het gebakje moeten weigeren en voel me zielig. Die middag voeg ik aan mijn basispakket ook een zak cashewnoten en een bakje olijven toe. Zonder iets hartigs red ik het echt niet.
Oktober 1998. Na zes weken ben ik eindelijk een beetje gewend aan mijn nieuwe manier van eten. Ik lijd niet meer elke dag honger en het feit dat ik ook nog elke week een pond afval en hartstikke slank word, geeft me een goed gevoel. Aan mijn huid merk ik overigens niet veel verandering. Ik heb nog steeds af en toe jeuk. Het roggebrood dat ik in het begin nog heerlijk vond, heb ik intussen ingeruild voor roggecrackers. Wat ik erg leuk vind is dat ik druiven mag. In de praktijk betekent dat dat er ‘s avonds een flesje witte wijn wordt opengemaakt. Ik mag wel oppassen dat ik geen alcoholiste word.
Er zijn momenten dat ik me hoogst ongemakkelijk voel met dit dieet. In een restaurant moet ik eerst uitgebreid met de kok overleggen voor ik aan tafel kan. En etentjes bij vrienden zijn een ware bezoeking. Niks geen heerlijke pasta’s, room of kaas. En ook geen uitgebreide desserts met ijs en slagroom.
Maar ik sla me er moedig doorheen. Tenslotte doe ik het voor een goede zaak. Als het bij mij werkt, kan ik Anna straks wellicht ook voor haar hele leven van de jeuk afhelpen.
Ik gebruik deze periode om eens te kijken wat Anna lekker zou vinden van de alternatieve producten die bij haar dieet horen. Helaas maakt mijn vierjarige het me niet makkelijk. Zo keert ze zich vol walging af van het boekweitbroodje zonder gist dat ik haar vrolijk aanbied. En gelijk heeft ze, het is ook niet te eten. Ze weigert mijn suikerloze sinaasappellollies, laat driekwart van de dure carobereep liggen, voor de haverkoeken met appel haalt ze haar neus op en van de tofuyoghurt met abrikozen moet ze kokhalzen. Langzaam begint bij mij de twijfel te rijzen. Moet ik haar straks kost wat kost op dieet zetten en dan maar hopen dat ze alle dingen waar ze nu van walgt, uiteindelijk toch gaat eten? Moet ik niet wachten tot ik het haar precies kan uitleggen? Is in haar geval de remedie niet erger dan de kwaal?
November 1998. Ik heb een afspraak met de assistente van Lydia Boeken. Een week daarvoor heb ik met haar afgesproken dat er bij mij wat schimmeltesten en een huissstofmijttest gedaan zullen worden om te kijken hoe mijn huid daarop reageert. Want ik mag me dan iets beter, gezonder en minder opgeblazen voelen, mijn huid is nog steeds niet bijzonder verbeterd. De schimmelpriktestjes laten weinig reactie zien. En dan krijg ik een kleine dosis huisstofmijt in mijn bovenarm gespoten. Een minuut later is mijn arm opgezwollen tot zeker drie maal de normale grootte. Verbijsterd kijk ik opzij. Zie je wel, ik heb helemaal geen verborgen voedselallergieën. Ik ben gewoon hartstikke allergisch voor huisstofmijt. En dat is bij Anna vast ook het probleem. Ons huis is dan wel gesaneerd, maar het kan altijd nog beter. Ik ga waterbedden kopen en anti-allergische kussens, ik haal alle kasten uit de kamers en ga nog beter schoonmaken. En ik stop met dit afschuwelijke dieet. Vandaag nog!
Ik betaal mijn rekening, 6 x 15 minuten à f 25, (assistenttarief) en rijd naar huis. ‘s Avonds overleg ik met mijn echtgenoot. Hij voelt wel wat voor mijn huisstofmijtredenatie maar hij vindt ook dat ik het die laatste weken net zo goed kan volhouden. Maar bij mij is de twijfel gezaaid. Ik heb trek in pasta met spek en room en parmezaanse kaas. Twee dagen later ga ik in een restaurant voor de bijl. Ik eet een bord pasta Carbonara en vergrijp me tijdens de koffie aan de chocoladeboontjes. Vervolgens zit ik de halve nacht op de wc met buikkramp. Het roer is om. Ik zondig. Ik eet steeds vaker producten van de ‘verboden lijst’. En … de jeuk neemt toe. Eerst heb ik het nog niet zo in de gaten, vervolgens probeer ik het te ontkennen maar na twee weken kan ik er niet meer omheen. Nu pas realiseer ik me hoe weinig ik de afgelopen tweeënhalve maand heb gekrabt. Nu zie ik pas hoeveel ruwe plekjes er weer op mijn huid verschijnen. Ik ben geschokt. Zou Boekens theorie over voedselallergieën dan toch kloppen?
Twee weken later heb ik een afspraak met Lydia. Ik biecht mijn zonden op. Ik vertel over de jeuk. Ze luistert, is meelevend, en hoewel het ook mijn verdorven geest kan zijn, lijkt het wel of ik in haar ogen iets zie wat op genoegdoening lijkt. Alsof ze denkt: zie je wel, mijn methode werkt echt!
Ach, denk ik bij mezelf, misschien had ik dit bewijs ook wel nodig om er echt voor honderd procent in te geloven. We spreken af dat ik in het nieuwe jaar, na de feestdagen, het dieet opnieuw ga volgen. Ik durf het bijna niet hardop te zeggen, maar ik kijk er naar uit. Ik wil nu eindelijk wel eens echt van mijn jeuk af. En over een paar jaar is Anna aan de beurt.
The post Het allergiedagboek van Margreet appeared first on Amsterdamkliniek.nl.
Soms zijn we allergisch voor heel gewone dingen
(en worden we bijvoorbeeld ziek van een boterham)
Nee, dit dossier gaat niet over ‘gewone’ allergieën. Dus niet over katten en huismijt, hooikoorts en niesbuien. Dit dossier gaat wel over verborgen allergieën die depressies, eczeem, migraine en menstruatiepijn kunnen veroorzaken. Of allerlei andere kwalen die nooit met allergie in verband worden gebracht.
Soms weet je snel dat je ergens allergisch voor bent; als je ogen gaan tranen in de buurt van poezen of je de ene na de andere niesbui krijgt. Als je in een nieuwe trui in een mum van tijd onder de uitslag zit. Als je het spaans benauwd krijgt als je teveel van een bepaald parfum opsnuift.
Arts Lydia Boeken: “Dit soort reacties duiden op gewone allergieën; abnormaal heftige reacties van het afweersysteem op iets dat je aanraakt, eet, drinkt of inademt. Het afweersysteem ziet het aan voor virussen of bacteriën en bestrijdt de vijand met antistoffen. Die antistoffen zijn aan te tonen; ze zijn terug te vinden in het lichaam met de zogeheten RAST-test. Bij acute allergieën is er duidelijk verband tussen het allergeen (de stof waarvoor je allergisch bent) en de klachten – die ontstaan meestal snel na contact met het allergeen.”
Bij verborgen allergieën ligt het moeilijker
Bij verborgen allergieën ligt het wat moeilijker, betoogt Boeken. “In zo’n geval reageert het lichaam net zo abnormaal als bij een acute allergie, alleen maakt het afweersysteem geen antistoffen. Een RAST-test levert dus niets op. Bovendien – en dat is het grootste probleem bij verborgen allergieën – duurt het vaak lang voor de klachten optreden. Dat maakt het er niet gemakkelijker op de ‘ziekmaker’ te traceren. Immers; als je over vier dagen ziek wordt van iets dat je vandaag eet, zul je geen verband leggen tussen de twee gebeurtenissen. Bovendien zijn de symptomen heel divers. Om deze redenen wordt meestal niet gesproken over allergie, maar over intolerantie of overgevoeligheid. In de meeste gevallen houdt zo’n verborgen allergie verband met iets in de voeding. Het komt echter ook voor dat mensen overgevoelig zijn voor iets in de lucht, zoals bepaalde schimmels.
Je kunt er migraine, astma of eczeem van krijgen
Lydia Boeken: “Allergieën, en dan vooral verborgen allergieën, kunnen allerlei ziekten veroorzaken. Astma bijvoorbeeld ontstaat niet per se door het inademen van rook of parfum, maar kan ook verband houden met iets dat je eet. Astma en eczeem zijn klassieke verschijnselen bij voedselovergevoeligheden. Ook migraine wordt hierdoor in negen van de tien keer veroorzaakt. Dat deze kwalen vooral de kop opsteken bij stress, is logisch: stress ondermijnt het afweersysteem.”
Onzin, er is wel iets aan te doen
Tegen inhalatie-allergie helpen bepaalde medicijnen; tenminste, ze onderdrukken de klachten – de allergie genezen doen ze niet. Voedselallergie- of intolerantie is niet te onderdrukken met medicijnen. Volgens de meeste (gewone) artsen zijn de aandoeningen ook niet te genezen. Het enige dat er volgens hen tegen te doen is, is de producten waarop men zo heftig reageert te mijden en te leren leven met de ongemakken. Volgens Lydia Boeken is dat onzin. Zij stelt dat mensen na een speciale behandeling in de Amsterdam Kliniek weer een normaal bestaan kunnen leiden.
Je kunt er op elke leeftijd last van krijgen
Je kunt er bovendien op elke leeftijd last van krijgen, zegt de arts. Lydia Boeken: “Net als bij allergieën voor pollen van grassen, huisstofmijt of kattenharen, bouw je een overgevoeligheid voor bepaalde voedingsproducten ook op. De meeste mensen vinden het moeilijk te geloven dat ook minuscule deeltjes in voeding zo ziek kunnen maken. Toch is het logisch dat het juist ‘huis-, tuin- en keukenproducten’ zijn waarvoor overgevoeligheden ontstaan. Daarmee komen we immers het vaakst in contact: we eten drie keer per dag, ons hele leven lang! Volgens mij wordt je lichaam zo overladen met bepaalde producten, dat het op een gegeven moment niet meer aankan en als een kaartenhuis ineenzakt. Dat kan op elke leeftijd gebeuren; het hangt er maar vanaf hoe sterk je afweer is. Er zijn ook mensen die zo’n sterk afweersysteem hebben dat ze nooit last krijgen, al is een allergie latent aanwezig.”
Allergieën komen steeds vaker voor
Dat de laatste decennia meer en meer gezondheidsproblemen ontstaan door voeding, heeft volgens Lydia Boeken alles te maken met het milieu. “We leven in een soort snelkookpan. We zijn druk en gestrest, onze leefomgeving is vervuild. De producten die we eten zijn vaak bespoten, gemanipuleerd of bevatten kunstmatige middelen. Ons afweersysteem kan dat allemaal niet meer bijhouden.”
Kan heel goed: migraine van een glaasje melk
“Het is niet te zeggen welke producten klachten geven, laat staan welke klachten”, zegt Lydia Boeken. “Het is onzin te beweren dat je geen oude kaas, rode wijn of chocolade mag nemen als je last hebt van migraine – die verschrikkelijke hoofdpijn kan net zo goed door peterselie of melk worden veroorzaakt. De enige manier om erachter te komen welke producten je slecht verdraagt, is door het te eten of te testen.”
Zo wordt een verborgen allergie ontdekt
De meeste mensen die in de Amsterdam Kliniek belanden, hebben al talloze onderzoeken ondergaan. Voor de hand liggende oorzaken voor klachten, zoals bloedarmoede of een traag werkende schildklier, zijn dan al uitgesloten. Lydia Boeken: “Zo niet, dan onderzoek ik eerst het bloed, zodat ik eventuele schildklierproblemen of chronische infecties kan opsporen. Ook die kunnen moe en beroerd maken. Vaak onderzoek ik ook de ontlasting, want ook een enkel parasietje kan een waslijst aan klachten geven. Tijdens het intake-gesprek doe ik een algemeen lichamelijk onderzoek en neem ik met de patiënt een uitgebreide vragenlijst door. Daarna volgt een voedseltest, die duidelijk maakt op welke voedingsmiddelen iemand reageert – en hoe sterk. Voor deze zogeheten cytotoxische voedseltest neem ik een buisje bloed af dat wordt onderzocht in het laboratorium. Onder de microscoop wordt gekeken naar het giftige effect van bepaalde voedingsstoffen op de witte bloedcellen, die een belangrijke rol in de afweer spelen. Aan een druppel bloed wordt dan bijvoorbeeld een druppel melk of garnaal toegevoegd. Aan de manier waarop de witte bloedcellen reageren is te zien of er iets mis is. Ze raken geïrriteerd en krijgen stippels of blaasjes, of barsten zelfs uit elkaar. Steeds wordt een ander voedselproduct bij het bloed gebracht. Sommige dingen kan iemand goed verdragen, andere middelmatig of helemaal niet.”
Na een paar maanden dieet zijn de klachten vaak helemaal verdwenen
Lydia Boeken: “Op basis van de uitslag van de test wordt een speciaal dieet vastgesteld. Producten waarop het lichaam extreem reageert komen op de verboden lijst. Voedingsmiddelen waarop men minder sterk reageert mag men eens in de vier dagen eten. Na drie maanden dieet is een patiënt meestal flink opgeknapt. Omdat het lichaam rust heeft gehad, heeft het zich kunnen herstellen en zijn veel klachten verdwenen. De felle reactie op het voedselallergieën kan afnemen. Dan kan worden geprobeerd de verboden voedingsmiddelen weer één voor één te introduceren, om uit te zoeken welke nog reacties geven en klachten veroorzaken.”
Sommige mensen zijn extreem overgevoelig
Lydia Boeken: “Sommige mensen reageren op zoveel dingen overgevoelig, dat ze nog amper iets kunnen eten. Zo heb ik iemand onder behandeling die al van het eten van een rozijn in een shock raakt. Ze mag per dag slechts een schijfje banaan, abrikoos, wat zoete aardappel, Chinese kool en mineraalwater. Meer kan ze niet verdragen. Mensen als zij adviseer ik eens dingen te proberen die ze nooit hebben gegeten. Loop maar eens door een toko, dan zie je dingen waar je nog nooit van hebt gehoord. De kans is klein dat je voor exotische producten als cassave allergisch bent: als je ze nooit eerder hebt gegeten, heeft je lichaam er geen overgevoeligheid voor kunnen ontwikkelen. Het ontdekken van producten die je wel kunt eten maakt het leven een stuk draaglijker. Bovendien krijg je zo ook nog wat vitaminen binnen. Mensen die zo overgevoelig zijn kunnen namelijk vaak zelfs geen vitaminepreparaat verdragen!”
Er zijn ook injecties tegen overspannen reacties
Helpt het dieet niet of is iemand niet allergisch voor voedsel maar voor iets in de lucht, dan kunnen twee behandelingen met injecties de overgevoeligheid genezen.
Alternatief 1
Bij de eerste methode krijgt een patiënt een injectie met stoffen waarvoor hij allergisch is en het enzym beta-glucuronidase. Deze combinatie zorgt dat het lichaam de ‘overspannen’ reacties op voedings- en inhalatieallergenen gaat afleren. Het afweersysteem wordt zo langzaam bijgestuurd. Na verloop van tijd zijn vaak minder injecties nodig, en uiteindelijk helemaal niet meer. Zeker tachtig procent van de patiënten heeft baat bij deze behandeling.
- Voordeel: slechts één injectie in de drie maanden, waarmee veel klachten tegelijk kunnen worden aangepakt.
- Nadeel: het duurt enige tijd voordat het werkt: gemiddeld vier behandelingen ( een jaar ).
Alternatief 2
Bij de tweede methode worden extracten van voedselproducten waarvoor een patiënt vermoedelijk allergisch is, in zijn bovenarm gespoten. Op de huid onstaat een bobbeltje, dat wordt opgemeten. Krijgt de patiënt binnen tien minuten zijn bekende klachten of wordt het bobbeltje groter, dan wordt een lagere concentratie ingespoten. Dit proces wordt net zolang herhaald tot de dosis is gevonden waarbij de patiënt geen klachten meer heeft en het bobbeltje in de huid niet meer verandert. Dit is de neutraliserende dosis: het ‘lichtknopje’ dat de klacht wegneemt. Injecties met deze neutraliserende dosis beschermen tegen heftige reacties op de voedselstoffen waarvoor de patiënt overgevoelig is. De patiënt krijgt een flesje met de benodigde concentraten mee naar huis. Hiermee moet hij zichzelf om de dag inspuiten. Een injectie geeft twee dagen bescherming.
- Voordeel: werkt meteen.
- Nadeel: het kost veel tijd – en dus geld – om alle producten te testen. Bovendien voelt niet iedereen ervoor zichzelf te injecteren. Dit moet minimaal een jaar worden gedaan, daarna kan worden afgebouwd.
Dit kost een behandeling in de Amsterdam Kliniek
- Intakegesprek f 400,-
- Vervolgconsult f 70,- per kwartier
- Voedseltest f 410,-
- EPD-injectie f 205,- per kwartaal
- Test f 100,- per uur
- Het vaccin ( voor zes weken ) f 9,- per product
Of deze kosten worden vergoed, is afhankelijk van de polisvoorwaarden van uw verzekering. Sommige ziektenkostenverzekeraars vergoeden niets, andere een gedeelte of bijna alles. Informeer bij uw verzekeringsmaatschappij of ‘orthomoleculaire geneeskunde’ ( waarbij ziekten worden behandeld met natuurlijke, lichaamseigen stoffen als vitaminen, mineralen en enzymen, en een dieet ) wordt vergoed.
Klachtenlijstje, er zijn tal van klachten die kunnen wijzen op een verborgen voedselallergie. Te denken valt aan…..
- chronische vermoeidheid
- hoofdpijn en migraine
- premenstrueel syndroom
- hypoglycemie
- slaapstoornissen
- gewrichts- en spierklachten, variërend van vreemde pijnen als fibromyalgie tot reumatische artritis
- maag- en darmklachten als pijn, misselijkheid, diarree, spastische dikke darm, de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa ( ernstige dikke darmontsteking met bloedende slijmvliezen )
- jeuk, eczeem, netelroos en andere huidklachten
- astma, chronische verkoudheid of bijholteproblemen
- depressie, angstaanvallen, prikkelbaarheid
The post Verborgen allergieën appeared first on Amsterdamkliniek.nl.
De relatie voeding-fibromyalgie, in het bijzonder de rol van zogenaamde verborgen voedselovergevoeligheden
Notulen lezing Grote Zaal Concordia te Woerden. Datum: zaterdag 24 mei 1997.
Spreker: Lydia S. Boeken, arts voor integrale geneeskunde, Amsterdam Kliniek, Amsterdam
Inleiding
Fibromyalgie, ook wel weke-delenreuma (of spierreuma) genoemd, is een chronische aandoening. Hoewel er inmiddels veel onderzoek is verricht, is het nog volstrekt onduidelijk wat de oorzaak/oorzaken precies zijn.
Ik zeg dus ook niet het ultieme antwoord te weten. In de loop der jaren zijn mij echter een aantal dingen opgevallen die de benadering en de behandeling van fibromyalgie ten goede kunnen komen. Dit spitst zich vooral toe op het effect van voeding bij fibromyalgiepatiënten.
Zoals dit voor iedere chronische aandoening geldt, is de rol van goede voeding zeer belangrijk. Allerlei vitamines, mineralen en enzymen die in onze voeding aanwezig zijn, leveren een belangrijke bijdrage aan onze gezondheid. Voor gezonde mensen dienen deze ervoor om het lichaam gezond te houden, voor zieke mensen des te meer om te helpen het lichaam weer gezond te krijgen.
Wat precies “gezond” is, is een nogal breed begrip. In zijn algemeenheid is voeding gezond als het:
– vers wordt bereid (liefst zonder kunstmatige geur-, kleur- of smaakstoffen);
– vezelrijk is; ·
– er in verhouding meer eiwitten en minder vetten in zit.
Bij een aantal mensen blijken niet alleen deze algemene regels te gelden, maar speelt daarnaast ook een rol of ze al dan niet overgevoelig voor bepaalde producten zijn. Dit kan betekenen dat voedsel dat ogenschijnlijk heel gezond is (bv een volkoren boterham met kaas en tomaat), voor iemand die hiervoor overgevoelig is als gif kan werken. Kortom: wat in zijn algemeenheid gezond is, is nog niet voor iedereen goed.
Voor ik verder op het thema van vandaag inga, zal ik u kort uitleggen hoe ik tot mijn behandelaanpak ben gekomen.
Aanleiding was het ziektegeval van een goede vriend in de V.S., Nick. Nick was sinds jaar en dag piloot en was altijd heel gezond geweest. Rond zijn 50e begon hij ineens te kwakkelen. Hij werd steeds sneller vermoeid, maar wat hem nog het meeste kwelde waren de toenemende spier- en gewrichtspijnen waar hij steeds meer last van begon te krijgen.
Nick ging naar zijn huisarts, omdat de pijnen zich steeds verdere uitbreidden naar handen, ellebogen en schouders. De huisarts kon echter niets vinden. Intussen werd het voor Nick steeds moeilijkheden zijn werkzaamheden te verrichten; de meest simpele handelingen als het omzetten van wand-schakelaartjes in de cockpit werden onmogelijk door de pijnen.
De huisarts stuurde hem vervolgens door naar de reumatoloog. Uitgebreid onderzoek leverde echter niets op. Aangezien de arbeidsongeschiktheidsregelingen in de V.S. veel minder riant zijn dan in Nederland, voelde Nick zich genoodzaakt tot het uiterste door te blijven werken. Met pijn- en ontstekingsremmers hield hij zich op de been, maar het werd zachtjesaan een onhoudbare situatie. Ten einde raad kwam hij via-via bij een arts terecht die zich met name bezighield met voeding. Onderzoek wees uit dat hij aan voedselovergevoeligheden bleek te lijden. Ongelovig maar bereid om wat dan ook te proberen, volgde Nick enkele maanden een aangepast dieet, waarbij hij de “foute” producten geheel moest vermijden. Hij bleek namelijk op een aantal producten een zeer trage overgevoeligheidsreactie te hebben, zodat het hemzelf absoluut niet duidelijk was dat er een probleem in zijn voeding schuilde.
Langzaam maar zeker begonnen zijn klachten af te nemen, en wel zo aanzienlijk dat hij na 3 maanden het gevoel had weer helemaal de oude te zijn. Nick kon het niet nalaten zijn reumatoloog nog een keer te bezoeken om bij hem verhaal te halen. De reumatoloog moest hem het antwoord schuldig blijven en wilde alleen kwijt dat hij niets in alternatieve behandelmethodes zag…..
Ik was zo onder de indruk van Nick’s ervaringen dat ik besloot me uitgebreid in de rol van voedselovergevoeligheid bij ziekte te gaan verdiepen. Voor mij is het inmiddels duidelijk dat voedselovergevoeligheden, m.n. in de trage, verborgen versie, niet alleen bij fibromyalgie maar ook bij vele andere aandoeningen een rol kunnen spelen.
Wat is fibromyalgie nu precies?
Bij de definitie van fibromyalgie spelen de volgende karakteristieken een belangrijke rol:
– spierpijn en stijfheid (al dan niet met aanwezigheid van duidelijke tender points)
– gewrichtspijn (punt 1 en 2 lopen vaak in elkaar over)
– vermoeidheid (variërend van lichte vermoeidheid tot extreme uitputting)
– maagdarmklachten (variërend van maagpijn tot darmkrampen en diarree)
– hoofdpijn (variërend van lichte hoofd tot migraine)
– angst, depressiviteit
– in- en doorslaapstoornissen
Ik ben overigens van mening dat er een flinke overlap bestaat tussen fibromyalgie en een aantal andere chronische aandoeningen die de afgelopen jaren “in opgang” zijn. Meer dan eens vraag ik me af of fibromyalgie en aandoeningen als het chronisch vermoeidheidssyndroom (ME), postviraal syndroom en candida-syndroom gewoon geen verschillende benamingen voor dezelfde aandoening zijn
Zo lijkt het erop dat bij de ene patiënt de spier- en gewrichtsklachten voorop staan, zodat deze patiënt “fibromyalgiepatiënt” wordt genoemd. Bij de ander staat de vermoeidheid voorop en wordt deze patiënt dus “ME-patiënt” genoemd, terwijl bij een derde de maagdarmklachten overheersen en deze patiënt als “candida-patiënt” wordt aangemerkt. Een vierde heeft zijn of haar klachten in aansluiting op een griep of virus gekregen en dus lijdt deze patiënt aan een postviraal syndroom.
Voor mijn benaderingswijze maakt het in dit opzicht niet uit hoe het heet: in alle gevallen onderzoek ik vrijwel altijd als eerste de aanwezigheid van overgevoeligheden.
Blijft het feit dat het voor patiënten vaak erg belangrijk is een naam aan een ziekte te kunnen geven. Zeker als het om de meer “ongrijpbare” aandoeningen gaat, geeft het enige erkenning als het beestje een naam heeft: want wat je kunt benoemen heeft veel sneller een bestaansrecht.
Allergie en overgevoeligheid
Gezien het thema van vandaag (de relatie voedselovergevoeligheden en fibromyalgie) is het misschien zinnig eerst iets dieper op de kreet “allergie” in te gaan.
Officieel mag de term allergie alleen gebruikt worden indien er, als reactie op het eten van een bepaald product, zogenaamde IgE-antistoffen in het bloed verschijnen. Deze reacties treden over het algemeen binnen 24 uur op.
Er bestaat echter een veel grotere groep patiënten die wel degelijk een reactie op een bepaald product heeft, echter IgE-antistoffen zijn in geen velden of wegen te bekennen. Deze reacties mogen dus eigenlijk niet “allergisch” worden genoemd.
In het dagelijks spraakgebruik vind ik het zelf het gemakkelijkst om te spreken van “overgevoeligheid”, of er nu wel of geen IgE-antistoffen kunnen worden aangetoond. Hiermee wordt dus aangegeven dat er wel een reactie is, maar deze voldoet niet per se aan de officiële regels van “allergie”.
En daarmee kom ik gelijk bij de kern van waar ik vandaag over wil spreken: de verborgen overgevoeligheden. Het woord “verborgen” zegt het eigenlijk al: de patiënt zelf heeft over het algemeen absoluut niet in de gaten dat hij/zij overgevoelig op een bepaald voedselproduct reageert. De voedselreacties kunnen allerlei klachten veroorzaken, in het geval van fibromyalgiepatiënten m.n. spier- en gewrichtspijnen.
Een aantal punten zijn hierbij van belang:
– veel voedselreacties treden pas 2 tot 4 dagen na het eten van een bepaald product op; u begrijpt dat de meesten van ons zich amper kunnen herinneren wat ze 2 tot 4 dagen geleden gegeten hebben;
– er zijn geen IgE-antistoffen aantoonbaar; bij tijd en wijle zijn er wel zogenaamde IgG- en IgG4-antistoffen (verwant aan IgE) aanwezig, doch zeker niet altijd;
– er is vaak sprake is van kameleongedrag, d.w.z. dat verborgen overgevoelig-heden allerlei wisselende klachten en vormen kunnen aannemen;
– tenslotte is het van belang zich te realiseren dat mensen over het algemeen overgevoelig worden voor producten die vaak en langdurig worden gegeten of gedronken. Met andere woorden: de gewone huis-, tuin- en keukenproducten als granen, zuivel, aardappelen, thee, peterselie en noem maar op. Het idee dat men alleen overgevoelig kan worden voor zaken als rode wijn, oude kaas of chocola is pure onzin en onderschat wat het lichaam allemaal kan. In principe kun je overgevoelig raken voor alles wat je maar eet of drinkt!
Klachten waarbij verborgen voedselovergevoeligheden een rol kunnen spelen zijn o.a.:
– maagdarmklachten (variërend van maagpijn tot spastische dikke darm tot ernstige darmaandoeningen als de ziekte van Crohn)
– huidklachten (zoals acne bij volwassenen, jeuk, eczeem en netelroos)
– gewrichts- en spierklachten (variërend van atypische klachten als fibromyalgie tot reumatische artritis)
– hoofdpijn (in allerlei vormen, inclusief migraine)
– chronische vermoeidheid
– luchtwegaandoeningen (waaronder astma, chronische verkoudheid en bijholteproblemen)
– premenstrueel syndroom/PMS (dit is de periode vlak voor de menstruatie, waarbij bepaalde vrouwen flinke lichamelijke en/of psychische klachten kunnen hebben)
– hypoglycemie (te laag suikergehalte in het bloed; dit wordt vaak veroorzaakt door een voedselovergevoeligheid en kan o.a. psychische klachten veroorzaken)
– depressies/angstaanvallen (voedselovergevoeligheden kunnen depressies en/of angstaanvallen veroorzaken of versterken)
– slaapstoornissen
Diagnostiek
Voordat iemand voor behandeling in aanmerking komt, kijk ik altijd eerst of er geen gewone/reguliere medische problemen meespelen. Indien deze zijn uitgesloten, adviseer ik een voedseltest.
Het grote probleem hierbij is de keuze van de test. De reguliere geneeskunde beschikt namelijk niet over adequate testmethoden om de eerdergenoemde trage voedselreacties aan te tonen. Ik krijg nogal wat mensen op mijn spreekuur die zeggen geen overgevoeligheden te hebben omdat er uit de ziekenhuistest niets kwam. U begrijpt dat mij dit niet zoveel zegt, omdat je door de verkeerde bril naar het probleem kijkt: een test die alleen snelle reacties kan aantonen, is per definitie ongeschikt om langzame reacties aan het licht te brengen.
De ideale test die alle overgevoeligheden voor de volle 100% pakt, bestaat helaas (nog) niet. Tot op heden is wat mij betreft de zogenaamde cytotoxische test nog de meest bruikbare methode, met een betrouwbaarheid van 80 %.
De cytotoxische test
De test gaat als volgt in zijn werk: Er wordt een buisje bloed afgenomen, waarbij de patiënt tevens wordt verzocht een buisje met wat leidingwater van thuis voor onderzoek mee te nemen. Beide worden vervolgens opgestuurd naar een gespecialiseerd laboratorium in Engeland.
Er wordt een basispakket van 76 voedselproducten getest, inclusief het eigen leidingwater. Hoe gek het ook klinkt: heel zelden is iemand overgevoelig voor zijn eigen water!
De voedselreacties worden beoordeeld door steeds 1 druppel bloed samen te brengen met 1 druppel voedselconcentraat en onder de mikroscoop de reactie van specifieke witte bloedcellen (granulocyten) te bestuderen. Indien iemand geen reactie op een product heeft, zullen de granulocyten onveranderd te zien zijn. Al naar gelang er sprake is van een overgevoeligheid, zullen de granulocyten teken van irritatie vertonen. En de mate van irritatie is dan meteen een graadmeter voor de mate van overgevoeligheid.
De therapie
De basis van de behandeling bestaat uit het volgen van een aangepast dieet. Dit dieet dient 3 maanden te worden volgehouden. Binnen deze 3 maanden moet er resultaat te zien zijn, anders klopt de diagnose niet. Kortom: men krijgt vrij snel feedback voor de “moeite” van het houden van een dieet. Ik adviseer de meeste patiënten om bij het dieet voedingssupplementen (vitamines, mineralen, enzymen, etc.) te gebruiken om de afweer te ondersteunen en te voorkómen dat er, door het volgen van het dieet, tekorten optreden. De ervaring leert dat een groot aantal patiënten spontaan van zijn/haar overgevoeligheden afkomt, zolang ze maar enige tijd van bepaalde producten afblijven.
Dat het niet altijd even gemakkelijk is om de 3 dieetmaanden op te brengen, moge duidelijk zijn. Want eten is veel meer dan alleen maar voedsel naar binnen werken. Eten is met name ook een sociaal gebeuren en dus heeft een dieet vaak aanzienlijke consequenties voor de betrokken patiënt. Zo wordt uit eten gaan vaak erg moeilijk. Daar staat tegenover dat, wanneer de moeite beloond wordt met het verminderen of verdwijnen van de klachten, het dieet des te gemakkelijker wordt volgehouden. Wanneer de 3 maanden erop zitten, wordt het dieet langzaam maar zeker uitgebreid. Er zijn dan 2 mogelijkheden: de opnieuw ingevoerde producten worden nu zonder problemen verdragen, of ze geven nog steeds problemen.
In het laatste geval kunnen aanvullende behandelmethodes worden toegepast om de voedselovergevoeligheden alsnog kunstmatig aan te pakken.
Aangezien de tijd het niet toelaat om hier lang op in te gaan, noem ik de 2 methoden die ik gebruik alleen kort:
– enzym-gepotentieerde desensibilisatie (EPD, waarbij injecties met een vaccin bestaande uit een combinatie van een voedsel- of inhalatiemengsel en het enzym betaglucuronidase worden gegeven; deze methode werkt over het algemeen langzaam doch pakt daarbij meerdere overgevoeligheden op hetzelfde moment aan)
– provocatie/neutralisatiemethode (een andere injectiemethode die, in vergelijking tot EPD, heel snel werkt; daar staat tegenover dat de aanwezige overgevoeligheden stuk voor stuk moeten worden behandeld).
Ik wil eigenlijk alleen maar aangeven dat, indien de overgevoeligheden niet spontaan verdwijnen, er altijd nog mogelijkheden zijn om met een ruggensteuntje van de overgevoeligheden af te komen. Het is dus zeker niet zo dat eens overgevoelig, altijd overgevoelig betekent.
Patiëntenvoorbeelden
Ter afsluiting wil ik een paar patiënten de revue laten passeren, om u een beetje een indruk te geven hoe een behandeling kan verlopen.
Patiënt 1:Rob
Rob was een 27-jaar-oude, wat gezette computerprogrammeur die tot een jaar of 10 geleden altijd goed gezond was geweest. Sindsdien had hij geleidelijk aan klachten ontwikkeld. Zo kreeg hij in eerste instantie last van hyperventilatie, reden waarom hij uiteindelijk in psychotherapie belandde. Verder ontwikkelde hij spier- en gewrichtspijnen, werd hij steeds vermoeider, kreeg hij last van hoofdpijn, moeite met doorslapen, was hij regelmatig misselijk en ontwikkelde hij forse acne (jeugdpuistjes).
Afgezien van de mededeling dat alles toch wel psychisch was, had zijn huisarts hem verder weinig te bieden. Gewoon bloedonderzoek leverde immers geen bijzonderheden op en ook bij lichamelijk onderzoek konden er geen afwijkingen worden vastgesteld.
Eenmaal op mijn spreekuur besloot ik een cytotoxische test te doen, aangezien zijn klachten verdacht waren voor voedselovergevoeligheden in samenhang met suikerspiegelschommelingen (hypoglycemie). Op basis van de uitslagen van de cytotoxische test werd Rob vervolgens voor een periode van 3 maanden op dieet gezet. Al snel deden zich tekenen van vooruitgang voor. Zo was hij na 1 maand beduidend minder moe, was ook zijn hyperventilatie spectaculair verminderd, evenals zijn hoofdpijn, slaapproblemen en misselijkheid. De spier- en gewrichtsklachten waren echter onveranderd aanwezig.
Rob vervolgde het dieet en aan het eind van de 3e maand was Rob’s energienivo weer als vanouds goed, waren hyperventilatie, acne en hoofdpijn volledig verdwenen en kon hij weer normaal doorslapen. Verder waren zijn spier- en gewrichtsklachten weg. Ook was hij 10 kg in gewicht afgenomen, een plezierige bijkomstigheid van het dieet. Nogal wat mensen hebben namelijk moeite hun gewicht naar beneden te krijgen omdat ze, zonder dit te weten, producten eten waar ze eigenlijk overgevoelig voor zijn. Deze overgevoeligheden kunnen op hun beurt de stofwisseling dermate beïnvloeden dat veel voedingsproducten onvoldoende worden opgebrand. Gevolg: gewichtstoename. Door de gewraakte producten niet meer te eten, kan de stofwisseling op gang komen met als gevolg vaak spontaan gewichtsverlies, zonder calorieën tellen.
Na een poging het dieet langzaam af te bouwen, stuitte Rob op de nodige problemen op, aangezien zijn overgevoeligheden hem nog flink parten bleken te spelen. Om deze reden is hij begonnen met EPD en dat lijkt goed te gaan. Hij is overigens inmiddels gestopt met zijn psychotherapie.
Patiënt 2: Laura
Laura was een 63-jaar-oude huisvrouw die al 17 jaar kampte met spierpijn, soms gepaard gaande met gewrichtspijn. Daarnaast had ze last van extreme vermoeidheid, maagdarmproblemen (spastische dikke darm) en eczeem. Reguliere onderzoeken hadden ook bij haar niets opgeleverd. Ik besloot van ook een cytotoxische test te doen, waarbij een fors aantal overgevoeligheden aan het licht kwamen. Dieetaanpassing volgde hierop.
Na de eerste dieetmaand waren haar spierpijnen dermate afgenomen dat ze voor het eerst in 17 jaar zelf haar ramen had gelapt. Ook had ze meer energie gekregen. Haar eczeem en darmklachten waren echter onveranderd aanwezig en verder had ze een enorme zoetbehoefte ontwikkeld. Dit laatste is vaak een teken van hypoglycemie en, zoals ik al eerder heb gezegd, komt dit zeer vaak voor bij patiënten met voedselovergevoeligheden. Na 3 maanden ging het op alle fronten steeds beter, maar haar klachten waren niet volledig weg. Tijdens een poging het dieet weer uit te breiden, ontwikkelde ze een forse terugval. Deze was te wijten aan nog steeds bestaande voedsel-overgevoeligheden die zich, na de 3 “rustmaanden” van het dieet, nog altijd niet hadden hersteld. Aangezien ze niets voor EPD voelde, ging ze terug op haar basisdieet waarna een snel herstel volgde.
Enkele maanden later ervaarde ze opnieuw een terugval, terwijl ze niets aan haar dieet had veranderd. Het enige verschil was dat ze in de tussenliggende maanden was overgestapt van mineraalwater uit een glazen fles naar mineraalwater uit een plastic fles. Door weer terug te gaan naar glazen flessen, knapte ze binnen 1 week weer uitstekend op. M.a.w.: ze had een overgevoeligheid voor het plastic van de fles ontwikkeld!
Gezien de uitgebreidheid en hardnekkigheid van haar overgevoeligheden, besloot ze uiteindelijk toch EPD te gaan doen. Op zich gaat dit goed, echter het eczeem blijft opvlammen. Mogelijk zit hier een andere chemische overgevoeligheid achter die ik nog niet heb kunnen achterhalen.
Patiënt 3: Sophia
Sophia was een 43-jaar-oude huisvrouw die, sinds de bevalling van haar eerste kind 16 jaar geleden, klachten had ontwikkeld. De klachten bestonden in hoofdzaak uit spierpijn, af en toe gewrichtspijnen, vermoeidheid, maagdarmklachten (spastische dikke darm), hartkloppingen, doorslaapproblemen en een zogenaamde frozen shoulder (“vastzittende” schouder, een extreem pijnlijke aandoening waarbij de arm/schouder nauwelijks te gebruiken valt).
Reguliere onderzoeken leverde niets op. Wel stond ze op de wachtlijst om het schoudergewricht operatief los te laten maken. Ik besloot een cytotoxische test bij haar te doen. Na de eerste dieetmaand was de spierpijn een tikkeltje minder, haar energienivo een tikkeltje beter, kon ze beter doorslapen, waren de hartkloppingen fors afgenomen en had ook de frozen shoulder zich voor een groot deel hersteld! Haar darmklachten bleven onveranderd aanwezig.
De 2e dieetmaand leek geen succes: ze was vermoeider dan ooit en had flinke pijn in haar lichaam. Wel waren de darmen dit keer rustiger. Tijdens de 3e dieetmaand kwam hier verder weinig verandering in. Op het moment dat ze haar dieet mocht gaan uitbreiden stortte ze helemaal in en namen de klachten in heftigheid toe. Duidelijk was dat haar overgevoeligheden verre van genezen waren. Aangezien de frozen shoulder wel geheel was genezen, liet ze zich van de operatiewachtlijst schrappen.
Sophia besloot ze meteen EPD te gaan doen. Ongeveer 6 maanden na het begin van deze behandeling merkte ze dat ze minder moe was, de pijn en darmproblemen waren echter nog altijd aanwezig. Pas na de 10e maand trad een duidelijke verbetering op, m.n. na een vakantieverblijf in Frankrijk.
Ik wil hier nog even apart op ingaan. Het komt namelijk nogal eens voor dat mensen overgevoelig zijn voor schimmels in de lucht. In een vochtig klimaat als het onze is de schimmelconcentratie vele malen hoger dan in de warmere, drogere klimaten van het zuiden. Als mensen zich dus in Nederland slechter voelen dan wanneer ze ergens in een warmer, droger gebied zitten, is dit vaak een teken van een schimmelprobleem. Omdat ik dit vermoedde, besloot ik haar tevens, middels EPD, voor haar schimmelovergevoeligheid te behandelen.
Langzaam maar zeker bleef de verbetering doorzetten. Ook recent (17 maanden na de start va de EPD) gaat het nog steeds goed voor wat betreft haar spierpijn, echter het energienivo is weer wat ingezakt. Ze vertelde daarbij dat ze opgemerkt heeft dat ze de laatste tijd veel last heeft van uitlaatgassen. Mogelijk spelen dus nu chemische overgevoeligheden bij haar een rol, die haar energienivo ondermijnen. Al met al blijft het dus afwachten wat deze patiënte betreft.
Tot zover mijn verhaal. In zijn algemeenheid wil ik nog even kwijt dat deze behandelaanpak geen voodoo of tovenarij is. Omdat het probleem van voedsel- of andere overgevoeligheden nog niet voldoende door de reguliere geneeskunde wordt onderkend, betekent dit niet dat deze problemen niet bestaan. Het is vaak een kwestie van dingen willen herkennen, of in ieder geval bereid te zijn op een andere manier naar de dingen te kijken dan je gewend bent. Dit komt helaas onder reguliere artsen nog maar mondjesmaat voor. Het onderkennen en behandelen van overgevoeligheden kan overigens voorkómen dat menige patiënt bij de psycholoog of de psychiater terechtkomt, onder de noemer dat klachten als fibromyalgie allemaal tussen de oren zou zitten……
Selectie vragen
Wordt de cytotoxische test vergoed?
Er zijn ziekenfondsen, zoals het Ziekenfonds Amsterdam en Omstreken en Zorg en Zekerheid, die (tot een bepaald maximum) alles vergoeden, zolang er sprake is van een aanvullend pakket. Dit is niet overal zo. De ene maatschappij vergoedt wel, de ander niet. Dit geldt zowel voor het ziekenfonds als de particuliere verzekeraars. Het beste is om van tevoren contact op te nemen met de verzekeringsmaatschappij. De moeilijkheid voor verzekeringsmaatschappijen ligt vaak in het feit dat ze niet goed weten hoe ze de behandeling in een bepaalde categorie kunnen onderbrengen. De behandeling is namelijk niet in te delen in de groep acupunctuur, homeopathie, ect., maar valt onder de orthomoleculaire geneeskunde. Ik ben lid van het MBOG, de Maatschappij ter Bevordering van de Orthomoleculaire Geneeskunde, dus als de bewuste verzekering deze organisatie erkent, is er sprake van vergoeding.
Wat vindt u van de behandeling via een allergoloog?
Er is niets op tegen om eventueel eerst naar een allergoloog te gaan via een verwijzing van de huisarts. Hou er echter rekening mee dat de testmogelijkheden heel beperkt en vaak teleurstellend zijn. Menigeen komt op mijn spreekuur met de boodschap dat ze niet overgevoelig zijn omdat de allergoloog niets kon vinden. Dit zegt me niets, aangezien de reguliere testmethoden er eigenlijk niet voor geschikt zijn om verborgen overgevoeligheden boven water te krijgen.
Kan een dieet nieuwe overgevoeligheden veroorzaken?
Dat risico zit er altijd in. E.e.a. wordt zoveel mogelijk beperkt door het dieet maar 3 maanden te laten duren en het na die 3 maanden weer af te bouwen. Daarnaast is het heel belangrijk om gedurende de 3 dieetmaanden zo gevarieerd mogelijk te eten. Eenzijdigheid werkt namelijk nieuwe overgevoeligheden in de hand. En ik heb het al eerder gezegd: het zijn met name de producten die iemand veel en vaak eet waar uiteindelijk de meeste problemen mee ontstaan.
Waar wordt de behandeling gegeven?
Bij mij op de praktijk, de Amsterdam Kliniek. We zitten vlak in de buurt van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Zowel met de auto als het openbaar vervoer zijn we goed te bereiken. Er is volop parkeergelegenheid (inclusief 2 invalidenparkeerplaatsen vlak voor de deur) en de metro stopt op 30 seconden lopen van de ingang van de praktijk. We hebben een lift, dus ook voor rolstoelpatiënten zijn we goed toegankelijk.
Wat is een eliminatiedieet?
Er zijn verschillende vormen van een eliminatiedieet. Zo is het cytotoxische-testdieet een zogenaamd eliminatie/rotatiedieet, waarbij de producten die heftige reacties veroorzaken een tijdlang geheel worden vermeden, terwijl andere producten maar eens in de zoveel dagen mogen worden gegeten. Een andere vorm is het eliminatiedieet dat niet op testresultaten wordt samengesteld. Hierbij worden er gedurende een bepaalde periode producten gegeten die de patiënt normaal gesproken nooit eet. Knapt de patiënt op, dan is hiermee dus bewezen dat er in zijn “oude” voeding problemen schuilen. Vervolgens gaat de patiënt stap voor stap zijn dieet uitbreiden om er zo achter te komen in welke producten te problemen schuilen. Deze methode is vrij arbeidsintensief, omdat je precies moet bijhouden wat je aan nieuwe producten invoert en goed moet opletten of deze klachten veroorzaken. Uit financieel oogpunt is het echter de goedkoopste methode, omdat er geen test voor gedaan hoeft te worden.
Bij één van uw patiënten noemde u schimmels in de lucht als mogelijke oorzaak van problemen. Bestaat hier dan een behandeling voor?
Jazeker, EPD bijvoorbeeld. Afgezien van het feit dat EPD goed te gebruiken is voor de behandeling van voedselovergevoeligheden, is het ook mogelijk om tegen schimmels of andere stoffen die in de lucht zitten (zoals pollen, gras, huisstofmijt, etc.) behandeld te worden.
Is het mogelijk om de huisarts of andere artsen de cytotoxische test of EPD te laten doen?
Beide zijn absoluut mogelijk. De cytotoxische test kan in principe door iedere arts gedaan worden, maar e.e.a. vergt nogal wat organisatie. Het bloed moet namelijk binnen 24 uur op het lab in Engeland zijn, en dus moet e.e.a. via een koerier binnen bepaalde tijden worden verzonden. In Nederland bestaat helaas geen laboratorium dat de test kan doen. Wat de EPD-behandeling betreft is het zo dat eerst een cursus over de toepassing van EPD moet worden gevolgd voordat het laboratorium dat het vaccin maakt (toevallig ook weer in Engeland) bereid is het vaccin te leveren. Geïnteresseerde artsen zullen dus eerst een reisje naar Engeland moeten maken!
Wat is de naam van het laboratorium dat de cytotoxische test doet?
Het lab heet York Nutritional Laboratory. De test wordt, voor zover bekend, verder alleen in Italië gedaan.
Kunt u uitleggen hoe de test precies in zijn werk gaat?
Allereerst wordt er een buisje bloed afgenomen op mijn praktijk. Dit buisje wordt, samen met een buisje leidingwater dat de patiënt van huis dient mee te nemen, opgestuurd naar Engeland. Heel zelden is er namelijk iemand overgevoelig voor zijn eigen water, dus dat testen we standaard. Het bloed komt de volgende ochtend in Engeland aan, waar het nog diezelfde dag wordt onderzocht. De uitslagen zijn gemiddeld met 1 week bekend.
Ik dank u hartelijk voor u aandacht en hoop dat u iets aan deze middag hebt gehad.
The post Relatie voeding-fibromyalgie appeared first on Amsterdamkliniek.nl.
Een voedselallergie betekent dieet houden. Vaak een streng dieet en zelfs dan moeten er soms toch nog medicijnen gebruikt worden om klachten te voorkomen. Een voedselallergie gaat ook niet zomaar over. Hoewel kleine kinderen vaak wel over een koemelkallergie heen groeien, zijn de meeste andere voedselallergieën blijvertjes. Je leven lang dieet houden is geen pretje. Zijn er therapieën die genezing van voedselallergie mogelijk maken?
Allergie is een abnormale reactie van het afweersysteem. De basis van de behandeling van allergie is het vermijden van die stoffen die een allergische reactie veroorzaken. Bij voedselallergie betekent dit het volgen van een dieet vrij van stoffen waar men gevoelig voor is. Op deze manier wordt de allergie feitelijk omzeild: hij krijgt geen kans om zich te uiten, maar hij is er wel. Wie zich niet aan zijn of haar dieet houdt, krijgt onmiddellijk weer allergische klachten.
Hyposensibilisatie
Al meer dan een eeuw lang wordt gezocht naar een manier om allergische reacties te verminderen door in de patiënt een tolerantie voor een bepaald allergeen op te bouwen. Vaak wordt de term hyposensibilisatie hiervoor gebruikt. Dit betekent letterlijk ‘minder gevoelig maken’. Een andere term is desensibilisatie (‘ongevoelig maken’). Als er geen sprake is van allergie, maar van een hyperactiviteit, gebruikt men de term neutralisatie. Deze neutralisatie brengt weer balans in het zenuwstelsel. Ook duikt de term immunotherapie soms op, maar hieronder valt elke behandeling die het afweersysteem probeert te beïnvloeden en dit is dus een veel breder begrip. Voor de leesbaarheid wordt in dit artikel verder steeds gesproken van hyposensibilisatie. Hyposensibilisatie is gebaseerd op het genezen van een ziekte met dezelfde stof die de ziekte veroorzaakt. Met een zeer sterk verdunde concentratie van een allergeen wordt het lichaam als het ware gewend aan deze stof, waardoor het op den duur niet meer (zo hevig) zal reageren. De bekendste vorm is de behandeling van hooikoorts met allergeeninjecties. Door het regelmatig toedienen van injecties met lage concentraties van pollenextracten kunnen hooikoortsklachten verminderd worden. Vaak worden de klachten al snel minder, maar om blijvende hyposensibilisatie op te wekken moet de behandeling wel een aantal jaren (drie tot vijf) voortgezet worden.
Veiligheid
Over de veiligheid van de hyposensibilisatie-injecties is nogal wat te doen. De injecties op zich zijn niet gevaarlijk, maar er is steeds een kleine kans op anafylaxie en shock. Daarom moet de patiënt na elke injectie een half uur onder observatie van een arts blijven. Toch is het mogelijk dat er een ernstige reactie ontstaat met in enkele gevallen de dood tot gevolg. In Nederland is men daarom nogal terughoudend met het toepassen van hyposensibilisatie.
In plaats van met injecties kan ook via de slijmvliezen (neus of mond) hyposensibilisatie worden uitgevoerd. De kans op het optreden van gevaarlijke reacties wordt dan een stuk kleiner. Maar er kleven ook nadelen aan deze methode: het is een dure methode en sommige allergenen worden in het maagdarmkanaal afgebroken waardoor ze hun werking verliezen.
Bij toediening van een druppel allergeenextract onder de tong spreekt men van sublinguale immunotherapie (SLIT). Deze therapie kent zowel voor- als tegenstanders. Een duidelijke wetenschappelijke basis is er niet, maar de scepsis ten aanzien van deze methode lijkt minder groot dan een aantal jaren geleden.
Voedselallergie
Kan een therapie die bij hooikoorts redelijk goede resultaten oplevert ook bij voedselallergie worden toegepast? Zijn beide vormen van allergie vergelijkbaar?
Allereerst is het van belang dat er verschillende vormen van voedselallergie bestaan die ieder een verschillend werkingsmechanisme hebben. Slechts bij een deel van alle vormen van voedselallergie speelt IgE een belangrijke rol, terwijl dit bij hooikoorts juist altijd zo is. Daarnaast is er bij voedselallergie vaak sprake van verschillende allergenen.
Er is weinig onderzoek gedaan op het gebied van hyposensibilisatie bij voedselallergie. Op de markt zijn verschillende preparaten voor handen. ‘Er lijkt een aardige wildgroei te zijn in het soort preparaten dat verkrijgbaar is voor voedselovergevoeligheid, van enkelvoudig tot zeer complex’ (Russchen).
De deskundigen
Volgens reumatoloog J.R. Tisscher heeft hyposensibilisatie (hij spreekt van neutralisatie) vooral effect als de klachten snel optreden (binnen een kwartier na contact met de slijmvliezen). Een verdunningsmethode waarbij het klachtenpatroon van het individu eerst wordt opgewekt en dan met een hogere verdunning van het gewraakte levensmiddel weer wordt uitgedoofd, werkt voor genoemde patiënten altijd, aldus Tisscher. Hij wijst verder op een andere behandeling van voedselallergieën: geen hyposensibilisatie, maar puur het opheffen van tekorten aan vitaminen, mineralen, vetzuren en aminozuren. Deze tekorten vormen veelal de reden waardoor het zenuwstelsel of het immuunsysteem op bepaalde stoffen reageert. Dit geldt vooral voor voedselintoleranties en bij situaties waarbij de maag, de alvleesklier, de lever of de dunne darm verteringsproblemen vertonen.
In het vorige nummer van over gevoelig heden beschreef de arts C. van der Molen hoe hooikoorts geneutraliseerd kan worden met behulp van acupunctuur en homeopatische verdunningen. Deze methode is ook toepasbaar bij voedselallergie. Nadat met behulp van electroacupunctuur van Voll allergenen en intoleranties vastgesteld zijn, kunnen ze op eenvoudige wijze worden geneutraliseerd. De patiënt moet de allergene stof(fen) vasthouden, terwijl de therapeut met een softlaser enkele seconden een serie huidpunten behandelt. Het lichaam reageert hierop met een neutralisatie van de allergeneninvloed. Deze behandeling wordt versterkt door het innemen van sterke verdunningen van het allergeen. Intoleranties kunnen op deze manier in 48 uur opgeheven worden; de therapie moet bij een allergie gedurende een half jaar regelmatig herhaald worden. De resultaten zijn erg goed. Wetenschappelijk onderzoek naar deze methode ontbreekt helaas, omdat er, volgens Van der Molen, niet voldoende geld beschikbaar is voor dergelijk onderzoek.
Mevrouw L.S. Boeken (arts voor integrale geneeskunde) heeft zich toegelegd op de opsporing en behandeling van voedselovergevoeligheden. In haar praktijk past zij twee behandelingsmethoden met succes toe: enzym-gepotentieerde desensibilisatie en een provocatie-neutralisatiemethode.
Bij enzym-gepotentieerde desensibilisatie (EPD) wordt een kleine hoeveelheid van een mengsel voedselallergenen in de huid geïnjecteerd tezamen met een enzym (betaglucuronidase). Deze combinatie zorgt ervoor dat het lichaam de ‘overspannen’ reacties op voedingsallergenen gaat afleren. De afweer wordt op deze manier als het ware bijgesteld. De injecties dienen aanvankelijk eens per twee of drie maanden gegeven te worden. De intervallen worden echter steeds langer en vaak kunnen de injecties na verloop van tijd gestaakt worden. Bij ten minste 80% van de patiënten biedt deze methode een sterke tot zeer sterke verbetering, volgens mevrouw Boeken.
Een voordeel van EPD is dat met één injectie een groot aantal overgevoeligheden tegelijk kunnen worden aangepakt. Een ander voordeel van deze methode is dat ook anafylactisch reagerende patiënten ermee behandeld kunnen worden. Dan worden echter geen injecties toegepast, maar worden de stoffen via een soort schaafwondje in de huid gebracht (scarificatie). Niet iedereen raakt zijn extreme reacties helemaal kwijt, maar vaak wordt wel een vermindering van de heftigheid van de reactie bewerkstelligd. EPD werkt niet à la minute. Geleidelijk wordt de afweer bijgesteld.
Bij de provocatie-neutralisatiemethode worden steeds aparte, losse extracten van voedselbestanddelen waarop iemand reageert, in de huid gespoten. Hierbij ontstaat een kwaddel (een onderhuids bobbeltje). Na tien minuten wordt de kwaddel gemeten en er wordt gekeken of de patiënt klachten heeft. Is dit het geval, dan wordt een zwakkere concentratie ingespoten. Volgens hetzelfde principe wordt na tien minuten de situatie beoordeeld. Dit gaat door tot het moment dat díe dosis is gevonden waarbij geen symptomen of verandering in grootte van de kwaddel meer optreden. Dit is de neutraliserende dosis. De neutraliserende dosis voor verschillende overgevoeligheden worden samengevoegd tot een ‘vaccin’.
De provocatie-neutralisatiemethode biedt in tegenstelling tot EPD wel ogenblikkelijke bescherming tegen datgene waarvoor men is behandeld. Om blijvend resultaat te krijgen moet de patiënt zich gedurende minimaal een jaar om de dag inspuiten met het ‘vaccin’, daarna kunnen injecties met grotere tussenpozen gegeven gaan worden.
Conclusie
Dit artikel pretendeert niet volledig te zijn. Er zijn natuurlijk nog meer therapieën die beogen (voedsel)allergie te genezen. Een voorbeeld daarvan is de bioresonantietherapie die met behulp van trillingen het lichaam weer in evenwicht brengt waardoor een allergie niet meer optreedt. Het uitgangspunt voor bioresonantietherapie is een heel andere kijk op de oorzaak van de overgevoeligheid dan bij de hier besproken hyposensibilisatietherapieën. Daarom is bioresonantie hier verder niet behandeld.
De behandelde therapieën geven nogal wat verschillende meningen en mogelijkheden op het gebied van voedselovergevoeligheid te zien. Een eenduidige conclusie is dan ook niet zomaar te trekken. De meeste vormen van hyposensibilisatie berusten op langdurige (vaak jaren) en belastende therapie (injecties). Het resultaat van de verschillende behandelingen is zeker niet onomstreden. Het wachten is op goed onderzoek op dit terrein, dat lijkt wel nodig.
(JvW)
Bronnen
Dit artikel is gebaseerd op gegevens van de volgende artsen:
- J.R. Tisscher, ‘s-Hertogenbosch
- C. van der Molen, Ijmuiden
- L.S. Boeken, Amsterdam
en op het artikel:
- Hyposensibilisatie als therapie, F.T. Russchen; Tijdschrift voor Integrale Geneeskunde 10-5/6, 1995
The post Kan voedselallergie genezen? appeared first on Amsterdamkliniek.nl.